Waarderen is leuk, maar de koper bepaalt de waarde

bedrijfswaarde bepalen combrok

Je kunt er uren aan besteden: het waarderen van de onderneming. Methodieken, projecties, marktanalyses, de doorrekening van synergievoordelen, het marktconform maken van uitgaven én de doorrekening van het verloop van de kasstroom over de komende jaren: het lijkt wel wetenschap. Maar dat is het voor de verkoop van uw bedrijf niet! Er wordt nogal ingewikkeld gedaan over de waardering van ondernemingen, maar uiteindelijk geldt bij iedere verkoop dat koper en verkoper elkaar vinden op een prijs en voorwaarden. Om daar te komen heb je een uitgangspunt nodig en dat heet de vraagprijs. Als je ziet op hoeveel wonderbaarlijke manieren die tot stand kan komen, wordt ook direct duidelijk dat een koper met dezelfde rekenmethode op een heel ander – natuurlijk lager – bedrag uitkomt.

EBITDA multiple

De gemiddelde prijs die betaald wordt voor een onderneming ligt op 4,85 maal het bedrijfsresultaat vóór rente, afschrijving en belasting (EBITDA). Opvallend aan dat getal is dat er een relatie is tussen de omvang van de onderneming en de multiple. Het aantal keer dat de EBITDA wordt vermenigvuldigd om op een prijs uit te komen ligt bij ondernemingen met een resultaat boven 1.000.000 euro ruim boven het gemiddelde terwijl een resultaat onder de 500.000 euro een lagere vermenigvuldigingsfactor geeft. De gemiddelde multiple in een sector zegt dus nog niet alles: kleine ondernemingen hebben doorgaans een lagere multiple.

De Brookz overnamebarometer waaraan deze cijfers zijn ontleend, meldt bovendien dat het geen multiple vaststelt voor ondernemingen met een EBITDA onder de 250.000 euro. Die ondernemingen hebben een hoger risico door hun afhankelijkheid van de eigenaar, het resultaat fluctueert meer over de jaren en de resultaten zijn wat eenvoudiger te beïnvloeden in een klein bedrijf dan in een grote onderneming.

DCF

Een andere methode is de DCF, de discounted cashflow methode. Die gaat ervan uit dat de prijs voor de onderneming wordt bepaald door het verrekenen van toekomstige of verwachte kasstromen. De prijs voor de onderneming wordt dan verrekend met een rendementseis op de investering. Hoe hoger het risico op de investering – bijvoorbeeld bij een startup zonder noemenswaardig trackrecord – hoe hoger de rendementseis en hoe lager de prijs. Andersom geldt dat ook: voor een onderneming met een stabiel resultaat in haar bestaansgeschiedenis kan een lagere rendementseis gelden op een hogere koopprijs of investering.

Het nadeel van de DCF is dat de hoge mate van detail in de berekening van de kasstromen, gebaseerd is op een onderliggende set van marktfactoren die:
a. multi-interpretabel zijn en
b. gebaseerd zijn op een gedateerd marktmodel.

Waarde ≠ prijs

Waardebepaling vraagt uiteindelijk gewoon maatwerk. En zelfs als de waarde eenmaal op papier staat is er feitelijk nog niets bereikt. Uiteindelijk is namelijk niet de waarde van de onderneming bepalend voor wat u straks op uw bankrekening mag bijschrijven, maar de prijs die de koper betaalt.

Wilt u meer informatie over de verkoop van uw bedrijf?

Denkt u aan het verkopen van uw bedrijf?

Denkt u eraan om uw bedrijf te verkopen maar wilt u eigenlijk nog wat meer informatie? In onze gratis whitepaper ‘Stoppen voor een nieuw begin’ nemen wij u stap voor stap mee in het proces. Laat uw gegevens achter en ontdek wat er allemaal komt kijken bij de verkoop uw onderneming.

Deze whitepaper staat vol met informatie over het hele proces van de verkoop, denk hierbij aan:

✔️ De 4 meest onderschatte factoren
✔️ Wie heb je nodig?
✔️ Wie koopt mijn bedrijf?
✔️ Kan ik het zelf?

"*" geeft vereiste velden aan